afhaarden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afhaarden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·haar·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afharen |
afhaarden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afharen
- ...dat wij afhaarden.
- ...dat jullie afhaarden.
- ...dat zij afhaarden.
- ...dat wij afhaarden.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.