afhangt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afhangt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·hangt

Werkwoord

vervoeging van
afhangen

afhangt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhangen
    • ... dat jij afhangt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhangen
    • ... dat hij afhangt. 

Gangbaarheid

  • Het woord afhangt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.