afhardde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afhardde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·hard·de

Werkwoord

vervoeging van
afharden

afhardde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afharden
    • ... dat ik afhardde. 
    • ... dat jij afhardde. 
    • ... dat hij, zij, het afhardde. 

Gangbaarheid

  • Het woord afhardde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.