afhielpen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afhielpen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·hiel·pen

Werkwoord

vervoeging van
afhelpen

afhielpen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afhelpen
    • ...dat wij afhielpen. 
    • ...dat jullie afhielpen. 
    • ...dat zij afhielpen. 

Gangbaarheid

  • Het woord afhielpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.