afhorend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afhorend    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·ho·rend

Werkwoord

vervoeging van: afhoren
verbogen vorm: afhorende

afhorend

  1. onvoltooid deelwoord van afhoren
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.