afhuurt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afhuurt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·huurt

Werkwoord

vervoeging van
afhuren

afhuurt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhuren
    • ... dat jij afhuurt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhuren
    • ... dat hij afhuurt. 

Gangbaarheid

  • Het woord afhuurt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.