afjoeg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afjoeg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·joeg

Werkwoord

vervoeging van
afjagen

afjoeg

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afjagen
    • ... dat ik afjoeg. 
    • ... dat jij afjoeg. 
    • ... dat hij, zij, het afjoeg. 

Gangbaarheid

  • Het woord afjoeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.