afkalkte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afkalkte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·kalk·te
Werkwoord
| vervoeging van |
|---|
| afkalken |
afkalkte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afkalken
- ... dat ik afkalkte.
- ... dat jij afkalkte.
- ... dat hij, zij, het afkalkte.
- ... dat ik afkalkte.
Gangbaarheid
- Het woord afkalkte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.