afklonk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afklonk (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·klonk
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afklinken |
afklonk
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afklinken
- ... dat ik afklonk.
- ... dat jij afklonk.
- ... dat hij, zij, het afklonk.
- ... dat ik afklonk.
Gangbaarheid
- Het woord 'afklonk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.