afkoel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afkoel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·koel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afkoelen |
afkoel
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkoelen
- ... dat ik afkoel.
Gangbaarheid
- Het woord afkoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.