afkoppelt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afkoppelt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·kop·pelt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afkoppelen |
afkoppelt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkoppelen
- ... dat jij afkoppelt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkoppelen
- ... dat hij afkoppelt.
Gangbaarheid
- Het woord afkoppelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.