afleefden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afleefden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·leef·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afleven |
afleefden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afleven
- ...dat wij afleefden.
- ...dat jullie afleefden.
- ...dat zij afleefden.
- ...dat wij afleefden.
Gangbaarheid
- Het woord 'afleefden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.