afmaakte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afmaakte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·maak·te

Werkwoord

vervoeging van
afmaken

afmaakte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afmaken
    • ... dat ik afmaakte. 
    • ... dat jij afmaakte. 
    • ... dat hij, zij, het afmaakte. 

Gangbaarheid

  • Het woord afmaakte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.