afmonteer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afmonteer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·mon·teer

Werkwoord

vervoeging van
afmonteren

afmonteer

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afmonteren
    • ... dat ik afmonteer. 

Gangbaarheid

  • Het woord afmonteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.