afmonteert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afmonteert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·mon·teert

Werkwoord

vervoeging van
afmonteren

afmonteert

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afmonteren
    • ... dat jij afmonteert. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afmonteren
    • ... dat hij afmonteert. 

Gangbaarheid

  • Het woord afmonteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.