afnam
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afnam (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·nam
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afnemen |
afnam
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afnemen
- ... dat ik afnam.
- ... dat jij afnam.
- ... dat hij, zij, het afnam.
- ... dat ik afnam.
Gangbaarheid
- Het woord afnam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.