afpikt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afpikt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·pikt

Werkwoord

vervoeging van
afpikken

afpikt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpikken
    • ... dat jij afpikt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpikken
    • ... dat hij afpikt. 

Gangbaarheid

  • Het woord afpikt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.