afreisden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afreisden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·reis·den

Werkwoord

vervoeging van
afreizen

afreisden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afreizen
    • ...dat wij afreisden. 
    • ...dat jullie afreisden. 
    • ...dat zij afreisden. 

Gangbaarheid

  • Het woord afreisden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.