afremden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afremden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·rem·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afremmen |
afremden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afremmen
- ...dat wij afremden.
- ...dat jullie afremden.
- ...dat zij afremden.
- ...dat wij afremden.
Gangbaarheid
- Het woord afremden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.