afrenden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afrenden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·ren·den

Werkwoord

vervoeging van
afrennen

afrenden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afrennen
    • ...dat wij afrenden. 
    • ...dat jullie afrenden. 
    • ...dat zij afrenden. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'afrenden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.