afroom
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afroom (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·room
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afromen |
afroom
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afromen
- ... dat ik afroom.
Gangbaarheid
- Het woord afroom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.