afruimde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afruimde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·ruim·de

Werkwoord

vervoeging van
afruimen

afruimde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afruimen
    • ... dat ik afruimde. 
    • ... dat jij afruimde. 
    • ... dat hij, zij, het afruimde. 

Gangbaarheid

  • Het woord afruimde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.