afsøge

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈɑwˌsøˀjə /
Woordafbreking
  • af·sø·ge
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Deense werkwoord søge met het voorvoegsel af-
Naar frequentie 40895
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afsøge
afsøger
afsøgte
afsøgte
volledig

Werkwoord

afsøge

  1. afzoeken, afspeuren
    «Københavnske betjente har afsøgt og afspærret et større område omkring gerningsstedet.»
    De politie van Kopenhagen heeft een groot gebied rond de plaats delict afgespeurd en afgezet.
  2. (figuurlijk) verkennen
Synoniemen
  • [1]: gennemsøge
  • [2]: afprøve
Afgeleide begrippen
  • [1-2]: afsøgning
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: afsøge området
de omgeving afspeuren
  • [2]: afsøge grænserne tussen ...
de grenzen verkennen tussen ...

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.