afschreeuwde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afschreeuwde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·schreeuw·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afschreeuwen |
afschreeuwde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afschreeuwen
- ... dat ik afschreeuwde.
- ... dat jij afschreeuwde.
- ... dat hij, zij, het afschreeuwde.
- ... dat ik afschreeuwde.
Gangbaarheid
- Het woord 'afschreeuwde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.