afsnuitte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afsnuitte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·snuit·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afsnuiten |
afsnuitte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afsnuiten
- ... dat ik afsnuitte.
- ... dat jij afsnuitte.
- ... dat hij, zij, het afsnuitte.
- ... dat ik afsnuitte.
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.