afspeld

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afspeld    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·speld

Werkwoord

vervoeging van
afspelden

afspeld

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspelden
    • ... dat ik afspeld. 

Gangbaarheid

  • Het woord afspeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.