afstelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afstelt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·stelt

Werkwoord

vervoeging van
afstellen

afstelt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstellen
    • ... dat jij afstelt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstellen
    • ... dat hij afstelt. 

Gangbaarheid

  • Het woord afstelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.