afstemden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afstemden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·stem·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afstemmen |
afstemden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afstemmen
- ...dat wij afstemden.
- ...dat jullie afstemden.
- ...dat zij afstemden.
- ...dat wij afstemden.
Gangbaarheid
- Het woord afstemden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.