afstemden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afstemden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·stem·den

Werkwoord

vervoeging van
afstemmen

afstemden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afstemmen
    • ...dat wij afstemden. 
    • ...dat jullie afstemden. 
    • ...dat zij afstemden. 

Gangbaarheid

  • Het woord afstemden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.