aftel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aftel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·tel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aftellen |
aftel
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftellen
- ... dat ik aftel.
Gangbaarheid
- Het woord aftel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.