aftonden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aftonden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·ton·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aftonnen |
aftonden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aftonnen
- ...dat wij aftonden.
- ...dat jullie aftonden.
- ...dat zij aftonden.
- ...dat wij aftonden.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.