afviste

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afviste    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·vis·te

Werkwoord

vervoeging van
afvissen

afviste

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afvissen
    • ... dat ik afviste. 
    • ... dat jij afviste. 
    • ... dat hij, zij, het afviste. 

Gangbaarheid

  • Het woord afviste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Deens

Woordafbreking
  • af·vis·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Deense werkwoordsvorm met het voorvoegsel af-
Naar frequentie 7955

Werkwoord

afviste

  1. verleden tijd van afvise
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.