afvlucht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afvlucht    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·vlucht

Werkwoord

vervoeging van
afvluchten

afvlucht

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvluchten
    • ... dat ik afvlucht. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvluchten
    • ... dat jij afvlucht. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvluchten
    • ... dat hij afvlucht. 

Gangbaarheid

  • Het woord afvlucht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.