afvluchtte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afvluchtte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·vlucht·te

Werkwoord

vervoeging van
afvluchten

afvluchtte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afvluchten
    • ... dat ik afvluchtte. 
    • ... dat jij afvluchtte. 
    • ... dat hij, zij, het afvluchtte. 

Gangbaarheid

  • Het woord afvluchtte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.