afvree
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afvree (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·vree
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afvrijen |
afvree
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afvrijen
- ... dat ik afvree.
- ... dat jij afvree.
- ... dat hij, zij, het afvree.
- ... dat ik afvree.
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.