afvrijt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afvrijt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·vrijt

Werkwoord

vervoeging van
afvrijen

afvrijt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvrijen
    • ... dat jij afvrijt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvrijen
    • ... dat hij afvrijt. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.