afvuur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afvuur (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·vuur
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afvuren |
afvuur
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvuren
- ... dat ik afvuur.
Gangbaarheid
- Het woord afvuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.