afzengde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afzengde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·zeng·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afzengen |
afzengde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afzengen
- ... dat ik afzengde.
- ... dat jij afzengde.
- ... dat hij, zij, het afzengde.
- ... dat ik afzengde.
Gangbaarheid
- Het woord 'afzengde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.