agglomereerden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  agglomereerden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ag·glo·me·reer·den

Werkwoord

vervoeging van
agglomereren

agglomereerden

  1. meervoud verleden tijd van agglomereren
    • Wij agglomereerden. 
    • Jullie agglomereerden. 
    • Zij agglomereerden. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.