amalgameer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  amalgameer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • amal·ga·meer

Werkwoord

vervoeging van
amalgameren

amalgameer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van amalgameren
    • Ik amalgameer. 
  2. gebiedende wijs van amalgameren
    • Amalgameer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van amalgameren
    • Amalgameer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord amalgameer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.