ando

Oudnederlands

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *anadô

Zelfstandig naamwoord

ando m

  1. ijver
Overerving en ontlening

Verwijzingen


    Oudsaksisch

    Woordherkomst en -opbouw
    • Afgeleid van het Proto-Germaanse *anadô

    Zelfstandig naamwoord

    ando m

    1. ijver


    Spaans

    Werkwoord

    vervoeging van
    andar

    ando

    1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van andar
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.