annehmen

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  annehmen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanˌneːmən/
Woordafbreking
  • an·neh·men

Werkwoord

annehmen

  1. aannemen; ontvangen, accepteren
  2. aannemen; veronderstellen


Nedersaksisch

Werkwoord

annehmen

  1. aannemen
Schrijfwijzen
  • anniëmen


Oost-Fries

Werkwoord

annehmen

  1. aannemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.