annoteer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  annoteer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • an·no·teer

Werkwoord

vervoeging van
annoteren

annoteer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van annoteren
    • Ik annoteer. 
  2. gebiedende wijs van annoteren
    • Annoteer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van annoteren
    • Annoteer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord annoteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.