annoys

Engels

Uitspraak
  • IPA: /əˈnɔɪz/
Woordafbreking
  • a·nnoys

Werkwoord

annoys

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van (to) annoy
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.