annuleer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  annuleer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • an·nu·leer

Werkwoord

vervoeging van
annuleren

annuleer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van annuleren
    • Ik annuleer. 
  2. gebiedende wijs van annuleren
    • Annuleer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van annuleren
    • Annuleer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord annuleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.