apparenteerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  apparenteerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ap·pa·ren·teer·de

Werkwoord

vervoeging van
apparenteren

apparenteerde

  1. enkelvoud verleden tijd van apparenteren
    • Ik apparenteerde. 
    • Jij apparenteerde. 
    • Hij, zij, het apparenteerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord apparenteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.