appreteert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  appreteert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ap·pre·teert

Werkwoord

vervoeging van
appreteren

appreteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van appreteren
    • Jij appreteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van appreteren
    • Hij appreteert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van appreteren
    • Appreteert! 

Gangbaarheid

  • Het woord appreteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.