approximeert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: approximeert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ap·proxi·meert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
approximeren |
approximeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van approximeren
- Jij approximeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van approximeren
- Hij approximeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van approximeren
- Approximeert!
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.