aprilmorgentje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aprilmorgentje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • april·mor·gen·tje

Zelfstandig naamwoord

hetaprilmorgentjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aprilmorgen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.