arceerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  arceerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ar·ceer·de

Werkwoord

vervoeging van
arceren

arceerde

  1. enkelvoud verleden tijd van arceren
    • Ik arceerde. 
    • Jij arceerde. 
    • Hij, zij, het arceerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord arceerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.