arceerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: arceerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ar·ceer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
arceren |
arceerde
- enkelvoud verleden tijd van arceren
- Ik arceerde.
- Jij arceerde.
- Hij, zij, het arceerde.
- Ik arceerde.
Gangbaarheid
- Het woord arceerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.