arrangeert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  arrangeert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • arĀ·ranĀ·geert

Werkwoord

vervoeging van
arrangeren

arrangeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van arrangeren
    • Jij arrangeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van arrangeren
    • Hij arrangeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van arrangeren
    • Arrangeert! 

Gangbaarheid

  • Het woord arrangeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.